Rond 1560 wordt het Begijnhof buiten de stadsmuren vernield. De begijnen trekken opnieuw naar de binnenstad, waar het Groot Begijnhof groeit. Ze kopen bestaande panden op en bouwen nieuwe woningen. Daardoor krijgt het Groot Begijnhof een uniek karakter in vergelijking met begijnhoven uit andere steden. De kleine, gezellige straatjes van de begijnhoven ademen rust uit. Het is er erg aangenaam vertoeven en wonen in de huisjes, die beschermde monumenten zijn. De bewoners danken je trouwens voor het respecteren van hun privacy.
Dankzij het typisch Vlaamse karakter en de aparte architectuur heeft het Groot Begijnhof een plekje op de UNESCO-lijst van werelderfgoed.